Nu of nooit

Boven de zitbank in mijn woonkamer hangt een klein paneel. Het werkje is ongeveer 40x40 centimeter en houdt het midden tussen een schets en een collage. Een triplexplaatje is vaal wit/bruin gemaakt. Daarop zijn een aantal abstracte figuren aangebracht. Getekend in zwarte lijnen op wat smoezelig wit papier, dat op het triplex is geplakt. Het werk is van de Rotterdamse schilder Leo de Jong. De kenner herkent de voor deze schilder zo karakteristieke afbeeldingen. De afgebeelde figuren op het paneeltje staan in twee groepjes; één van vier één van twee. De vier wandelend, het duo stilstaand, met paraplu in de hand. Tussen hen in, deels onder verf verborgen, is een krantenkop zichtbaar. 'Nu of nooit' staat er in dikke zwarte letters. Ik kreeg het werkje bij mijn afscheid als bestuurslid van een welzijnsorganisatie in het centrum van deze mooie stad.

Het paneeltje is in 2002 gemaakt en was mogelijke - bewust of onbewust- een aankondiging van vertrek. Want in 2005 vertrok de in Rotterdam geboren én getogen schilder naar Axel. Op Zeeuws Vlaanderen. Bijna het uiterste puntje van Nederland. Ik ben een bewonderaar van wat hij maakt; naast het genoemde paneeltje heb ik nog twee werken van hem. Vroeger ging ik dan ook wel eens kijken in zijn atelier in het Kleiwegkwartier en eerder aan de Crooswijkseweg, waar Willem van Hest mij ooit introduceerde. Ondertussen is hij 82 jaar. Ik heb hem nauwelijks meer gezien sinds hij weg is uit Rotterdam. In Axel ben ik nooit geweest. Dat is bijna 150 km hier vandaan. Daar rij je zomaar niet naartoe. Het werk van Leo de Jong, dat alleen maar mooier lijkt te worden, bewonder ik alleen nog op zijn website. Ook bij de onlangs georganiseerde allerlaatste veiling heb ik verstek laten gaan. Het was juist dat paneeltje van Leo de Jong en de mijmering over dat gemis, dat me doet beseffen hoe belangrijk het is kunst in de directe omgeving te hebben. In het zicht, op loopafstand, bijna binnen handbereik.

2013 was een enerverend jaar voor de kunst. De crisis zorgt ervoor dat veel musea het anders moeten doen. In Rotterdam ging er een compleet museum dicht: het Schielandhuis, met de daaraan verbonden dubbelde palmboom. Dat is bijna letterlijk afscheid nemen van je geschiedenis. Gelukkig gingen er ook musea weer open: het Rijksmuseum. Dat gebeurde op 13 april. Na een verbouwing van ruim 10 jaar! Onder de bezielende leiding van Wim Pijbes. Ooit begonnen als theatertechnicus in Lantaren/Venster. Later stapte hij over naar de Kunsthal. Eerst als tentoonstellingscoördinator en later directeur. Afgelopen jaar hadden we hem een dagje te gast in de Museumstraat aan de Jericholaan, waar hij op originele wijze huiskamer- kunst becommentarieerde. Een bijzondere man. En 'Nederlander van het jaar 2013'.

Tommy Wieringa kreeg de Libris literatuurprijs voor zijn boek 'Dit zijn de namen'. Een prachtig en actueel boek over onthechting, overleven, dwalen en bestemming; over de chaos en zin van het leven. Regisseur en acteur Alex van Warmerdam kreeg maar liefs 3 Oscarnominaties voor zijn film 'Borgman'. Een film waarin het kwaad overwint. Vervreemdend en absurdistisch als altijd, maar waar is de humor gebleven? Dirigent/ musicus Reinbert de Leeuw, onder andere bekend van zijn prachtig Satie vertolkingen, werd 75 jaar en vierde zijn 50 jarig jubileum 'in het vak'. Een genot om die man muziek te horen spelen en over muziek te horen praten.

Musea timmerden aan de weg met opzienbarende exposities en initiatieven. Het stedelijk museum in Amsterdam organiseerde een tentoonstelling met Kazimir Malévich en Russische avant-garde. Voor liefhebbers; nog te zien tot 2 februari a.s. In tegenstelling tot de avant-garde van 020 heeft het Van Abbemuseum in Eindhoven sinds april vorig jaar een speciaal programma voor mensen met Alzheimer. In groepen en individueel. Misschien krijg ik mijn demente moeder van 82 jaar eindelijk dan toch nog enthousiast voor de kunst. Beatrix, toen nog koningin, heropende eind mei het vernieuwde museum 'De Fundatie'. Samen met mijn vriendin toog ik naar Zwolle. Op het oude monumentale pand is een grote wolk geplaatst. Bedacht door de architect Herbert-Jan Henkel. Voor de één een innovatief hoogstandje, voor de ander niet meer dan een grote puist. Als expositieruimte in ieder geval geslaagd. Met een fototentoonstelling kreeg de zoon van de architect de primeur. Pikant detail is dat het museum bezitter is van een groot aantal topstukken; ooit bijeengebracht door voormalig Boijmans directeur Dirk Hannema. Hannema wist destijds van onze Rotterdamse trots een museum van allure te maken. Hij was alleen wel fout in de oorlog.

Dankzij een aantal bijzondere exposities, zag ons eigen Boijmans het aantal bezoekers met 50.000 toenemen, naar ruim 300.000. Dat is mooi! Daarbij heeft Boijmans 16.500 Facebookvrienden en 30.000 volgers op Twitter. Het is maar dat u het weet. Meer dan een kwart van de 300.000 bezoekers komt uit eigen stad of net daarbuiten. Helemaal mooi! Nog mooier is dat - ik citeer de Havenloods van 31 december - "het museum in 2013 meer dan ooit werkt vanuit de kracht van de opgebouwde eigen collectie. De tentoonstellingen over Van Eyck, Kokoschka en Dalf zijn gebaseerd op topstukken en expertise uit eigen huis". Jawel, Rotterdam werkt vooral vanuit eigen kracht. En zo zijn we weer dicht bij huis beland.

Ook voor de kunstroute zag het er aanvankelijk somber uit. Sponsoren bleven trouw, maar deden wel een stapje terug. Zoals zo ongeveer iedereen dat deed in het afgelopen jaar. Het leek een sober evenement te worden. Maar kunst, in combinatie met de Rotterdamse mentaliteit heeft z'n eigen dynamiek. Er waren geen één, maar twee kunstweekend; Crooswijk kreeg z'n eigen podium, met een mooie Artparade als aftrap. Na afloop exotische soepen te midden van allerlei muurschilderingen in een kunstenaarsbuurtje met een bijzondere sfeer. Straatkunst in klein Kreuzberg. Even verderop het Heinekenpand, een historisch gebouw, waar ik vroeger met mijn vader kwam. Eigenaar Stadsherstel bleek de Kunstroute goed gezind. Nog een primeur; in de kleine Witte Slagerij kwamen dichters en columnisten bijeen. In een opgepropte achterkamer beet Jan de Grauw de spits af en las een gedicht over zijn oudste oorlogservaring, gedragen door gitaarklanken van Ad Vermeer. Met gevoel. Alsof het dreigende luchtalarm ieder moment weer kon losbarsten.

In Kralingen waren we te gast in het Buitenhuijs. Van oudsher residentie voor gegoede Kralingers. Een overzichtsfototentoonstelling werd opgeluisterd met een tweetal concerten. Een jeugdige, pittige dame leidde de avonden met strakke hand. Buiten haar gehoorafstand verzuchtte één van de personeelsleden in onze richting: "Ja, meneer, zij is onze nieuwe manager en dat wil ze weten ook".

Dankzij Willem van Hest kwam ook mijn vriendin aan haar trekken. Zij heeft een passie voor Rusland. Vanwege het Ruslandjaar organiseerde Willem, samen met Mariëlle van de Griendt een heuse Datsja. In verpleeghuis Pniel werd een avond verzorgd met een mix van Russische zang, variété en verrassing. Met overheerlijke Russische schnaps en hapjes. En zo kwam het toch nog goed met de betrekkingen tussen Nederland en Rusland.

In de ateliers aan de Lambertusstraat leidde de kunst tot, wat in managementjargon 'synergie' heet; het geheel is meer dan de som der delen. Door onderlinge interacties. Daar vond mijn hoogtepunt plaats. Nederlands beste trompettist, Eric Vloeimans, trad op met het retorisch kwartet. Na afloop verzond ik een tweet met de tekst: "Soms is muziek zo mooi, dat het bijna pijn doet". En zo was het. Een tweede hoogtepunt beleefde ik aan de Avenue Concordia, waar door een gelegenheidscollectief tussen en in de bomen een prachtige beeldentuin was ingericht: 'Arte Concortia'. Wat mij betreft met stedelijke allure.

De kunstroute bruist, maar heeft nog één grote uitdaging. "Wij preken teveel voor eigen parochie", zei Pim Kodde, tijdens zijn openingsoverdenking in The Kitchen aan de Oudedijk, "bij iedere opening zijn er teveel dezelfde gezichten. De vraag is hoe we dat doorbreken". Ik kijk naar het paneeltje boven mijn bank. Hoe onbedoeld en vergezocht het misschien ook lijkt; in de afbeelding zie ik ineens de kunstroute. Rechts, lopende figuren. Van de ene locatie naar de andere. Druk met elkaar in gesprek. Links, silhouetten in de regen. Turend vanonder de paraplu naar een beeld, zoals op de laatste verregende zondag op de Avenue Concordia.

De kunstroute wacht een uitdagend jaar. Het is nog steeds crisis, de deelgemeente heeft binnenkort haar laatste vergadering, daarna is er een gebiedscommissie. Nieuwe ronden, nieuwe kansen. Kunstuitingen zoals we hier organiseren moet prikkelen, bruggen slaan, verrassende ontmoetingen veroorzaken, verbinden, activeren, creativiteit losmaken, sociaal weefsel doen ontstaan. Daarvoor is interactie met de omgeving nodig.

Tussen de figuren op het paneel staat een boodschap. Als een vingerwijzing voor bestuur en deelnemers van de kunstroute. Bijna als opdracht: het is nu of nooit!

Arjen Baas
11 januari 2014